Enneagram

Enneagram

Het Enneagram is een persoonlijkheidsmodel dat zich met bewust of onbewust gedrag bezighoudt. De modellen geven de motivatie aan van waaruit in veel omstandigheden gehandeld of gedacht wordt. Volgens het Enneagram is het ene persoonlijkheidstype niet beter dan het andere type. Elk type heeft eigenschappen die doeltreffend kunnen zijn.

           

Negen Enneagram-typen worden beschreven vanuit de manier waarop ze in het leven staan. Het model beoogt inzicht te geven in het eigen karakter en de relaties met anderen. Het Enneagram probeert ook bewustwording te creëren voor de aanleg die elk type heeft voor hogere kwaliteiten, zoals empathie, alwetendheid en liefde. 

Vul de vragen in en kies tussen A of B. Bekijk daarna wat de drie hoogste scores zijn en gebruik de informatie van de types in je profielschets voor je cv.

Type 1 is de Perfectionist: realistisch, consciëntieus, grondig en principieel
Type 2 is de Helper: warm, betrokken, hulpvaardig en verzorgend
Type 3 is de Presteerder: energiek, optimistisch, zelfverzekerd en doelgericht
Type 4 is de Romanticus: gevoelig, warm en scherpzinnig
Type 5 is de Waarnemer: introvert, leergierig, analytisch en inzichtelijk
Type 6 is de Loyalist: verantwoordelijk, betwijfelend, betrouwbaar en loyaal
Type 7 is de Avonturier: energiek, levendig en optimistisch
Type 8 is de Baas: direct, onafhankelijk, zelfverzekerd en beschermend
Type 9 is de Vredestichter: ontvankelijk, goedaardig en ondersteunend       Lees meer over de diverse types

 

 Uitslag enneagram (staafdiagram)                                                               Reset de uitslag
1
2
3
4
5
6
7
8
9
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Maak bij elke vraag een keuze tussen A of B. Kies bij een lastige keuze wat het meest bij je past.
1 Ik ben over het algemeen romantisch en fantasierijk.
  Ik ben over het algemeen pragmatisch en nuchter.
2 Meestal ga ik de confrontatie aan.
  Meestal ga ik confrontaties uit de weg.
3 Ik ben meestal diplomatiek, charmant en ambitieus.
  B Ik ben meestal direct, formeel en idealistisch.
4 Meestal ben ik geconcentreerd en intens.
  B Meestal ben ik spontaan en vrolijk.
5 A Ik ben een gastvrij persoon en maak graag nieuwe vrienden.
  B Ik ben erg op mezelf en ga niet veel met anderen om.
6 A Het is moeilijk om me te ontspannen en te stoppen me zorgen te maken.
  Het is moeilijk om me ‘op de kast te krijgen’ over mogelijke problemen.
7 A Ik heb een ‘straatvechters’ mentaliteit.
  Ik wil graag mensen laten zien hoe veel ik om ze geef.
8 A Ik ben een hoogstaande idealist.
  Ik bewaar graag een zekere afstand tot mensen.
9 A Als een nieuwe uitdaging zich aandient, vraag ik me gewoonlijk af of ik er wat aan heb.
  B Als een nieuwe uitdaging zich aandient, vraag ik me gewoonlijk af of ik het leuk zal vinden.
10 A Ik heb de neiging om me te veel op mezelf te concentreren.
  B Ik heb de neiging om me te veel op anderen te concentreren.
11 A Anderen rekenen op mijn inzicht en kennis.
  B Anderen rekenen op mijn kracht en besluitvaardigheid.
12 A Ik kom op anderen over als te onzeker van mezelf.
  B Ik kom op anderen over als te zeker van mezelf.
13 A Ik ben meer relatiegericht dan doelgericht.
  B Ik ben meer doelgericht dan relatiegericht.
14 A Ik ben niet zo goed in staat om voor mezelf op te komen.
  B Ik zeg wat ik op mijn hart heb, ik zeg dingen wat anderen niet te durven te zeggen.
15 Ik vind het moeilijk om te stoppen alle alternatieven te bekijken en definitief te beslissen.
  B Ik vind het moeilijk om dingen op zijn beloop te laten en flexibel te zijn.
16 A Ik heb de neiging om terughoudend en aarzelend te zijn.
  B Ik heb de neiging om vrijpostig en overheersend te zijn.
17 A Mijn terughoudendheid om ergens bij betrokken te worden, heeft me in moeilijkheden gebracht.
  B Mijn drang om mensen afhankelijk van me te maken, heeft me in moeilijkheden gebracht.
18 A Gewoonlijk ben ik in staat om mijn gevoelens opzij te schuiven en de klus te klaren.
  B Gewoonlijk moet ik eerst door mijn gevoelens heen voordat ik in staat ben om iets te doen.
19 In het algemeen ben ik methodisch en voorzichtig.
  B In het algemeen ben ik avontuurlijk en neem ik risico’s.
20 A Meestal ben ik ondersteunend en gul en zoek ik diepgaand contact met anderen.
  B Meestal ben ik serieus en gereserveerd en treed ik graag in discussie.
21 A Vaak vind ik dat ik de ‘rots in de branding’ moet zijn.
  B Vaak vind ik dat ik perfect moet presteren.
22 A Ik ben geïnteresseerd in het stellen van moeilijke vragen en mijn onafhanke­lijk­heid.
  B Ik ben geïnteresseerd in het bewaren van mijn stabiliteit en gemoedsrust.
23 A Ik ben enigszins te cynisch en sceptisch.
  B Ik ben enigszins te ‘soft’ en sentimenteel.
24 A Ik denk vaak dat ik iets beters misloop.
  B Ik ben vaak bang dat als ik niet oplet, iemand misbruik van mij maakt.
25 A Mijn gewoonte me op een afstand te houden, irriteert anderen.
  B Mijn gewoonte anderen te vertellen wat ze moeten doen, irriteert ze.
26 Gewoonlijk kan ik mijn problemen goed van me afzetten.
  B Gewoonlijk als ik problemen heb, trakteer ik mezelf op iets leuks.
27 A Ik reken op mijn vrienden en zij weten dat ze ook op mij kunnen rekenen.
  Ik reken niet op anderen; ik doe alles zelf.
28 A Ik ben meestal afstandelijk en afwezig.
  B Ik ben meestal humeurig en in mezelf gekeerd.
29 A Ik vind het leuk mensen uit te dagen en wakker te schudden.
  B Ik vind het heerlijk mensen te troosten en te kalmeren.
30 A In het algemeen ben ik extravert en sociaal.
  In het algemeen ben ik oprecht en zelfgedisciplineerd.
31 A Gewoonlijk voel ik schroom om mijn kwaliteiten te laten zien.
  B Gewoonlijk laat ik graag aan anderen zien waar ik goed in ben.
32  A Mijn persoonlijke interesses nastreven is belangrijker voor me dan comfort en zekerheid.
  B Comfort en zekerheid zijn belangrijker dan het nastreven van mijn persoonlijke interesses.
33 A Bij conflicten met anderen heb ik de neiging om me terug te trekken.
  B Conflicten met anderen ga ik zelden uit de weg.
34  A Ik geef te snel toe en laat anderen met me sollen.
  B Ik ben te ontoegeeflijk en veeleisend tegenover anderen.
35  Ik word gewaardeerd om mijn eeuwige optimisme en grote gevoel voor humor.
  B Ik word gewaardeerd om mijn stille kracht en uitzonderlijke gulheid.
36  Ik wil graag een goede indruk op anderen maken.
  B Ik vind het niet zo belangrijk om een goede indruk op anderen te maken.
37  A Ik ben trots op mijn doorzettingsvermogen en gezond verstand.
  B Ik ben trots op mijn originaliteit en vindingrijkheid.
38  A In wezen ben ik gemakkelijk in de omgang en meegaand.
  In wezen ben ik gedreven en assertief.
39 A Ik heb hard gewerkt om geaccepteerd en leuk gevonden te worden.
  Geaccepteerd en leuk gevonden worden, heeft geen hoge prioriteit voor mij.
40 A In reactie op druk van anderen trek ik me steeds verder terug.
  In reactie op druk van anderen word ik agressiever.
41 A Mensen zijn in mij geïnteresseerd omdat ik sociaal, onderhoudend en geïnteresseerd in ze ben.
  B Mensen zijn in mij geïnteresseerd omdat ik stil, ongewoon en diepzinnig ben.
42 A Plicht en verantwoordelijkheid zijn belangrijke waarden voor mij.
  B Harmonie en acceptatie zijn belangrijke waarden voor mij.
43 Ik probeer mensen te motiveren door middel van plannen en het doen van beloften.
  B Ik motiveer mensen door ze te wijzen op de consequenties van het niet volgen van mijn advies.
44 A Ik laat zelden mijn emoties zien.
  B Ik laat vaak mijn emoties zien.
45 A Details zijn niet een van mijn sterkste punten.
  B Ik ben erg goed in details.

 

 

Maak een account aan

Het Werkxyz account geeft u de mogelijkheid om CV's of vacatures te plaatsen en indien gewenst ontvangt u onze nieuwsbrief. »

Vertel het door

Bent u tevreden over onze dienstverlening en kent u iemand die op zoek is naar een baan of kandidaat?